YouTube heeft zich aangesloten bij het peloton van grote technologiebedrijven in een zoektocht om meer transparantie te creëren tussen de platforms en hun gebruikers. Het platform heeft zijn eerste Copyright Transparency Report gepubliceerd waarin werd onthuld dat alleen al in de eerste helft van dit jaar meer dan 2 miljoen video’s werden getroffen met valse auteursrechtclaims.
In een verklaring eerder deze week op de blogpagina van YouTube deelde het bedrijf zijn eerste rapport, dat naar eigen zeggen twee keer per jaar zal worden bijgewerkt. Uit het rapport blijkt dat er van januari tot juni van dit jaar maar liefst 729 miljoen auteursrechtclaims waren.
De meeste rechthebbenden gebruikten de Content ID-tool van YouTube voor het merendeel van die verzoeken (ongeveer 722 miljoen). Grote rechthebbenden gebruiken deze tool voor zaken als muziek en media, dus het is logisch dat hier de meeste claims vandaan komen.
YouTube laat zien dat “minder dan 1% van alle Content ID-claims werd betwist”. Toch komt dat in de eerste helft van 2021 nog steeds neer op ongeveer 3,5 miljoen betwiste claims.
Nu heeft YouTube slechts ongeveer 60% van de betwiste claims in het voordeel van de uploader opgelost. Maar dat betekent dat de illegale auteursrechtclaims betrekking hadden op meer dan 2,2 miljoen video’s. Voor mensen die hun brood verdienen met YouTube-video’s, kunnen deze claims leiden tot aanzienlijk inkomstenverlies, zelfs als het geschil uiteindelijk in uw voordeel wordt opgelost.
YouTube is zich er in ieder geval van bewust dat zijn inhoudidentificatiesysteem niet perfect is. Om heel eerlijk te zijn vind ik het best indrukwekkend dat de aantallen eigenlijk zo laag zijn. YouTube heeft een enorme klus te klaren als het gaat om het modereren van auteursrechten op het platform.
Eerlijk gezegd verbaast het me dat het niet veel groter is dan 2,2 miljoen valse claims. Met in totaal 729 miljoen claims over een periode van zes maanden, had dit aantal zeker veel erger kunnen zijn.
Heb je hier enig idee van? Laat het ons hieronder weten in de comments of neem de discussie mee naar onze Twitter of Facebook.
