Sommige ontwikkelaars van mobiele Android-apps gebruiken een softwaretool waarvan de Federal Trade Commission zegt dat deze de privacyrechten van gebruikers schendt als ze die kennen.
Centraal in de controverse staat de SilverPush-software, die naar verluidt de microfoon van een Android-apparaat activeert om naar gesprekken op de achtergrond te luisteren als onderdeel van een poging om advertenties te targeten. De taken worden op de achtergrond uitgevoerd, wat betekent dat de eigenaar van een Android-telefoon niet weet dat wat hij zegt al is opgenomen door de software, een duidelijke indicatie van privacyschending.
En de software werkt zelfs als de gebruiker deze niet heeft geactiveerd, waardoor het moeilijk is om te zien of de app actief is of niet. Dus als u naar een bepaalde tv-show of film of een videoclip op YouTube kijkt, kan SilverPush een record maken van de inhoud die u hebt bekeken, zolang uw mobiele apparaat is ingeschakeld.
De FTC ruikt een stank van bedrog in de manier waarop SilverPush zijn audiobakens weergeeft. Het bedrijf beweert dat die bakens niet zijn ingebouwd in bestaande televisieprogramma’s voor huizen in de Verenigde Staten. Maar derde partijen kunnen momenteel het kijkgedrag van Amerikaanse consumenten volgen omdat de SilverPush-app hen dit toestaat, in tegenstelling tot wat de ontwikkelaars van de app in hun dossiers hebben vermeld.
Het is dus duidelijk in strijd met een bepaling van de Federal Trade Commission Act die elke misleidende praktijk verbiedt die de handel negatief zou kunnen beïnvloeden. De FTC merkte ook op dat de SilverPush-app functionaliteit mist waarvoor toestemming nodig is om toegang te krijgen tot de microfoon van het mobiele apparaat voordat de app wordt geïnstalleerd.
Met andere woorden, de FTC heeft geen melding ontvangen over de ingebouwde audiobeacon-functionaliteit bij het downloaden en installeren van de mobiele app waarin SilverPush is geïntegreerd. De FTC moedigt de ontwikkelaars van SilverPush sterk aan om de onthulling aan gebruikers te tonen om hen te helpen beslissingen te nemen over het type gegevens dat ze zouden delen wanneer ze de app zouden gebruiken.
Het is een constant probleem geweest onder online adverteerders om internetgedrag op een groot aantal verschillende apparaten te koppelen aan een bepaald individu. Het zou adverteerders helpen te leren welke advertenties een persoon heeft gezien om een aankoopbeslissing te associëren met advertentieblootstelling die op een ander apparaat heeft plaatsgevonden. Het web heeft echter geen duidelijk systeem voor het identificeren van mensen, waardoor adverteerders worden gedwongen apparaten te identificeren.
